Friday, May 31, 2013

Verboden stad

Vanmorgen maar eens een wandeling gemaakt over het Tiananmenplein. Ik herinner me enkele dingen maar er is heel veel veranderd. En bovendien is het vreselijk druk. Nu heeft men onder dit plein net zo als ik in andere steden ook al had gezien, tientallen voetgangers onderdoorgangen. Het is trap op trap af, maar in  ieder geval minder gevaarlijk dan gelijkvloers oversteken. Ik heb het een paar keer gedaan maar ondanks dat het voetgangerslicht groener dan groen is rijden de automobilisten gewoon door. Blijkbaar mag je altijd rechts afslaan als het licht rechtdoor op rood staat. Dat dan de voetgangers eindelijk ook kunnen oversteken deert de autobezitters niet. Als je echter doorstapt als voetganger dan stopt men uiteindelijk wel. Ik was bezig met over te steken toen een mercedes uit de 500 klasse liet merken niet van plan te zijn mij voorrang te verlenen. Ik keek zo boos als ik kon, stak mijn hand op en liep door. Dat zal ze leren! Dat heb ik in Rusland toch anders ervaren. Daar stopte men, althans in het gedeelte van Moskou waar ik was eigenlijk altijd voor voetgangers.

Na het plein een kaartje gekocht voor de verboden stad. Alles leek veranderd. Waar wij in mijn geheugen in 1990 een groot plein over moesten naar de ingang was dat nu niet meer terug te vinden. Veel was bovendien ook met schuttingen afgesloten. Op die schuttingen had men doeken gespannen met afbeeldingen van landschappen. Waarschijnlijk om het uitzicht wat te verfraaien. Maar bij mij hielp het niet. Ik kreeg de indruk dat men het binnenste gedeelte van de verboden stad helemaal had afgesloten. Ik denk dat men met renovatie bezig is. Op zich natuurlijk prima. Wat mij betreft is echter het patina van het eeuwenoude door alles zo strak te maken wel verdwenen. Ik ervoer de rust en stilte en ook de natuur overigens als een weldaad. 

In het kader van de vrije wil is in samenhang daarmee gesproken over karaktereigenschappen. Één van mijn karaktereigenschappen waar ik op toeristische plekken voortdurend mee word geconfronteerd is mijn bloedhekel aan groepen. Je loopt als individu over het Tiananmenplein en je bent één van de duizenden. Geen probleem. Totdat je een groep toeristen tegenkomt onder aanvoering van een vlaggetje. Zonder dat je het wil, of er invloed op kunt uitoefen word je helemaal ingesloten en kunt nauwelijks een kant op. Ik kan verzekeren dat er vanmorgen veel van deze groepen waren. En niet eens Europese maar Japanse en ook Chinese. Ik loop dan in mijzelf te mopperen, maar ben enige seconden later vreselijk dankbaar dat ik daar niet bij hoef te zijn. Alles wat je weten wilt kun je in folders terug vinden en anders op Wikipedia. Daar heb je iemand met een vlaggetje niet voor nodig. Tenzij je een individuele tocht boekt. Dan is het wel handig om onder leiding van de gids dingen te zien en informatie te krijgen. Maar dat geeft dan ook meteen een stuk gezelligheid.

De verrassing zoals ik die 23 jaar geleden heb ervaren was er niet meer. Maar dat kan ook eigenlijk niet. Toen was alles nieuw en overweldigend. Nu weet je dat je dit al een keer hebt meegemaakt en probeert het huidige te vergelijken met het verleden. Maar de veranderingen zijn te veel. 

Mijn hotelkamer kijkt over de daken van de verboden stad uit. Ik zie dan de gebouwen waar ik een uurtje geleden niet bij kon. Nu kan ik ze zien vanaf de negende verdieping.






Beiijng

1989 Tiananmen square/Plein van de hemelse vrede

Het is 1989 en één jaar voordat Jaap en ik naar China zullen gaan. De enige voorwaarde is dat Jaap voor zijn eindexamen gymnasium zal slagen. Er is echter geen enkele reden daaraan te twijfelen. Wat echter wel grote reden tot bezorgdheid geeft is de studentenopstand tegen het regime in Beiijng. In grote getale komen studenten bijeen op het Tiananmen plein om te protesteren. Op 4 juni 1989 worden zij uiteen geslagen. Op 5 juni 1989 komen 18 tanks het grote plein oprijden. Op dat moment verschijnt er een man met twee tassen in zijn hand en gaat voor de voorste tank staan en dwingt hem zo tot stoppen. Wanneer de tank hem probeert te passeren gaat de man in de beweging mee. Op zeker moment klimt de man op de tank en het lijkt of hij met de bestuurder praat. Ook als een tweede tank probeert door te rijden gaat de man ervoor staan. Op de vijfde verdieping van het Beiing Hotel, het hotel waar ik momenteel in verblijf, maakt een fotograaf van Newsweek, Charles Cole foto's van deze gebeurtenis. Hij weet dat aan de overkant van het Plein met verrekijkers het hotel waar veel buitenlandse journalisten zich bevinden in de gaten wordt gehouden. Hij haalt zijn filmrolletje uit zijn fototoestel en verbergt het in het closet van de wc. Even later komt de Chinese geheime dienst inderdaad naar binnen gestormd. Men grijpt het fototoestel en haalt het (nieuwe) filmpje waar niets op staat eruit. Men doorzoekt de kamer grondig maar vindt niets. De foto's worden in Newsweek gepubliceerd en halen zo het wereldnieuws. Dit betekent dat China de opstand niet meer met geweld kan neerslaan zonder af te gaan voor de rest van de wereld. Zo maakt een foto wereldgeschiedenis. De man met de tassen is altijd onbekend gebleven. Men vermoedt dat hij door burgers in bescherming is genomen en verborgen gehouden voor de Chinese politie. Uiteindelijk ging men over tot hervormingen toen in Europa en in de Sovjet Unie bleek dat de communistische dictatuur niet langer in stand kon worden gehouden. En dit betekende weer dat onze reis naar China in 1990 door kon gaan.

Wij hebben in Beiijng waar wij vijf dagen verbleven fietsen gehuurd om de stad te bekijken. Wij fietsten samen met tien miljoen andere fietsers over de boulevards van deze stad. Slechts enkele auto's reden er. Mijn nachtmerrie in die tijd was de gedachte dat alle fietsende Chinezen hun fiets ooit zouden inruilen voor een auto. Dat zou deze stad volstrekt onleefbaar maken vanwege de luchtverontreiniging. Onleefbaar is Beiijng nog niet, maar er rijden momenteel wel vijf miljoen auto's in deze stad en vanuit mijn raam op de negende verdieping kon ik heel goed de smog zien hangen. Hier en daar zie je nog wel een fietser. De meeste tweewielers betreffen echter bromfietsen en scooters. De auto's rijden met tien rijen dik over de boulevards. Wel zijn er nog fietspaden overgebleven, maar ik zou toch niet meer durven fietsen hier. Beiijng is dan ook vol wat auto's betreft. Men probeert tal van maatregelen te nemen zoals in Shanghai ook is gebeurd en breidt bovendien het openbaar vervoer uit. Tevens wordt er extra asfalt tegenaan gegooid. Toch is de verwachting dat men de strijd tegen de vervuiling zal gaan verliezen.

In Odessa heb ik naar Parijs en Baron Hausmann verwezen en de door hem ontworpen brede boulevards in Parijs. De brede straten in Odessa deden mij daaraan denken. Achteraf en intussen meer van de wereld gezien hebbende zijn de Parijse, maar ook de boulevards van Odessa dorpsstraatjes vergeleken met de boulevards in Beiing. Maar ook in Moskou was sprake van zeer brede straten en immense pleinen. Dezelfde boulevards in Beiing waar nu de auto's overheen rijden bestonden in 1990 ook al zonder dat er sprake was van intens gemotoriseerd verkeer. Niet alleen rijdt men nu tien rijen dik, maar de East Chang An Avenue waaraan het Grand Hotel Beiijng ligt kent ook nog parkeerruimte. Ik ben al urenlang aan het uitdokteren wanneer deze boulevards zijn gebouwd en wie ze heeft ontworpen. In Parijs was het Hausmann maar wie was het in de communistische landen? Of had dit te maken met communistische megalomanie? In Nederland is de ruimte zeer beperkt, maar nergens heb je de grandeur zoals ik in de Oekraïne, Rusland en China heb aangetroffen. Het past misschien ook niet zo in onze cultuur. Toch wilde de voormalig burgemeester van Rotterdam, Bram Peper deze stad ook in vaart der volkeren opstoten en werden er tijdens zijn burgemeesters periode tal van grootse bouwwerken gebouwd. Ook Den Haag is wat skyline betreft dramatisch veranderd om van de zuid-as in Amsterdam maar niet te spreken. Maar echte grandeur kan ik dit toch niet noemen. Nederlanders in het algemeen en ik in het bijzonder zijn vaak geneigd te denken dat wij de besten van de wereld zijn. Als je echter een beetje in de wereld aan het rondkijken bent dan moet ik althans concluderen dat het toch een beetje anders ligt.

Ik heb op het Tiananmen plein een foto van mijn hotel, Grand hotel Beiijng gemaakt. Dus omgekeerd van hetgeen Charles Cole heeft gedaan.







facebook not available

Ik heb geprobeerd een berichtje op FB te plaatsen. De Chinese overheid wil echter op alles controle hebben en zodoende is alleen het Chinese FB beschik- en bereikbaar. Ook mijn blog wordt niet leuk gevonden want daar gebeuren ook allerlei dingen mee die ik niet wil. Het is een gevecht van mijn Ipadje tegen de grote boze Chinese wereld. Als iemand dit leest laat mij dan even weten of mijn blog elders ter wereld wel volledig leesbaar is.

In de trein op weg naar Beiijng

I've never felt so happy in my life.

Ontberingen zijn bedoeld om de goede dingen perfect te doen lijken. Precies  op tijd kwam mijn chauffeur het hotel binnen. Ik had inmiddels mijn lunchpakketje in ontvangst genomen. Zoals al eerder was gebeurd bleef hij bij mij totdat de trein arriveerde en hij mijn bagage in mijn coupé kon zetten. Wij namen vriendelijk afscheid waarna ik op mijn  gemak mijn verblijf voor de komende anderhalve dag in ogenschouw kon nemen. Fantastisch! Ik zit alleen in een eerste klas coupé met een eigen badkamertje. Michael, Charlotte, Hans en Loes heb ik intussen ook gespot en Loes gaf aan in welke wagon zij zitten.  Als de trein straks rijdt zal ik eens poolshoogte gaan nemen. Van Bert de Groot heb ik ook afscheid kunnen nemen en bedanken voor de voortreffelijke service die hij heeft geboden. Verder kan ik onbeperkt lezen en mijn tabletje gebruiken want er is hier weer een stopcontact. Kortom, alles is prima in orde.

Ik heb als persoonlijke ervaring dat de Mongolen veel vriendelijker en behulpzamer zijn dan de Russen. Ze lachen je vriendelijk toe en helpen je met alles. Het hotel was voortreffelijk. Ik had over het andere hotel, Platimum niets te klagen maar het tweede hotel was toch veel internationaler georiënteerd waardoor je gemakkelijker met de mensen kon communiceren. Dat was in het eerste hotel bijna onmogelijk.  

Ulan Bataar is een stad in ontwikkeling. Maar die ontwikkeling gaat razend snel. Voor sommige mensen te snel. De stad wordt in ijltempo uitgebreid, wat meestal ten koste van de natuur gaat. Veel mensen protesteren hier tegen. Overigens zonder succes. In Nederland kan de milieubeweging  nog wel eens een bestemmingsplan 20 jaar tegen houden, maar ik kreeg niet de indruk dat dit in Mongolië ook mogelijk is. Bovendien klaagt de bevolking dat de flatgebouwen die worden gebouwd bestemd zijn voor de rijken. De gemiddelde Mongool kan zich deze flats niet permitteren. Er is een Bhoeddapark met een fantastisch gouden Bhoeddabeeld. Er vlak naast heeft men drie, in mijn ogen verschrikkelijk lelijke flatgebouwen neer gezet. De charme van dit park is daardoor helemaal verloren.

Ik hoef niet meer de trein door op zoek naar de anderen. Zij hebben mij al gevonden. Na uitgebreid te hebben gebabbeld even met z'n drieën de trein verkennen. Eerst helemaal naar achteren. Er zijn zeer grote verschillen in de rijtuigen. Twee van de Nederlanders van de reis Irkutsk Ulan Baator ook weer ontmoet. Een gesprek met een Engels echtpaar dat Hans en Loes waren tegengekomen waarna we weer terug liepen. Via een schitterende restauratiewagen naar de coupé van de anderen waar Hans en Michael nog zaten. Het voorstel met z'n allen wat te gaan drinken viel bij iedereen in goede aarde. Door de dingen die je samen hebt beleefd krijg je al snel het idee dat je elkaar al jaren kent.

Boven op een heuvel bij de gertenten had Michael Charlotte ten huwelijk gevraagd. Zij is nu helemaal gelukkig en straalt dat ook uit. Ze wilde iets extra's doen en wij besloten te gaan lunchen in de trein. Hans en Loes bleven in hun coupé zo gingen we met z'n drietjes. Het was afgeladen vol in de restauratie. Dezelfde groep Noren die ik tussen Irkutsk en Ulan Bataar ook al had gezien en zelfs gisteren in het restaurant waar ik met mijn gids heb geluncht. Je ontmoet elkaar overal. De lunch in de   trein bestond uit vier gangen inclusief een kopje thee met een stuk cake en een glas wijn. Ik kon in $ betalen en de Chinese uitbater kan binnenkort gaan rentenieren.

Inmiddels rijden we al urenlang door de Gobi woestijn. Het steppen landschap verschilde in eerste instantie niet met de woestijn, maar zelfs het hele kleine beetje bruin gras dat je op de steppen ziet verdween en het werd zand, zand en als je weer  keek nog steeds zand. De temperatuur veranderde navenant en ik verlang nu naar de sneeuwstorm terug. Niets veranderlijker dan de mens in al zijn onvolkomenheden. Toch zie je af en toe ook nog dieren. Nu hoofdzakelijk kamelen. In de verte rijdt een auto die grote zandverstuivingen veroorzaakt. Het is voor mij niet te  begrijpen dat hier mensen kunnen wonen. De aanleg van deze spoorlijn moet minstens evenveel  leed hebben veroorzaakt als de Birma spoorlijn. En misschien werkten aan deze Mongolië expres de mensen ook niet geheel vrijwillig. 

De trein had een iets langere stop en Loes en Charlotte kwamen mij halen om even naar buiten te gaan. We stopten bij een verzameling huizen die je een dorp kunt noemen. De kleur van de huizen was dezelfde als van het zand. Er liepen kinderen. De temperatuur was hoog genoeg om op een steen een eitje te bakken. Dan opeens komt de spanning. De trein gaat weer rijden. Je weet in deze trein niet of hij stopt en hoe lang hij stopt ondanks het door de reisorganisatie meegegeven schema. Iedere reiziger  is op de hoogte van het feit dat de machinist niet aangeeft wanneer hij zijn trein weer de sporen geeft en dat hij weg rijdt ook al staan er nog mensen en personeel op het perron. Op een drafje rende ik dus weer snel  terug naar mijn wagon. Gelukkig was ik op tijd, maar ik zag in mijn rijtuig mensen met een ijsje. Dat had mij nu net heel lekker geleken, maar helaas, pindakaas. 

Bij de grens duurt alles veel langer. Eerst bij de Mongoolse grens komen beambten je paspoort innemen. De verwachting is dat dit anderhalf tot twee uur gaat duren. Daarna komen de Chinezen, die er naar verluidt tussen de vijf en zes uur over zullen doen. Intussen mag je de trein niet uit en is de toilet afgesloten. Ik heb uren in de restauratie zitten kletsen en wijntjes drinken toen de big boss van het restaurant plotseling riep: "paspoortcontrole". Snel rende ik naar mijn coupé terug en was nog net op tijd om mijn pas aan een geüniformeerde vrouw af te geven. En nu maar wachten op de dingen die gaan gebeuren. Het liefste zou ik gaan slapen, maar dat lijkt mij niet verstandig.

Dat kan ook bijna niet. De trein is in een gigantische hangar gezet en wordt nu van andere onderstellen voorzien. Dat gaat met veel kabaal gepaard. Tientallen Chinese mannetjes zijn hiermee bezig. Het is jammer dat ik niet precies kan zien wat er gebeurt want je ziet alleen maar je directe omgeving. Onze trein is doormidden gehakt en de delen staan naast elkaar. Op een spoor naast ons staan onderstellen en onder sommige rijtuigen is men bezig de Mongoolse onderstellen eraf te schroeven. In mijn coupé kwam er opeens een putdeksel naar  boven. Het tapijt kwam omhoog en ik voelde wel wat raars maar kon door het kleed niet zien wat het was. De conducteur was al komen kijken en kwam even later terug met een mecanicien die met een lange ijzeren staaf een paar tikken op de omhoog gekomen constructie gaf waarna het zaakje weer inzakte. Putdeksel erop, tapijt erover en klaar is Kees. De rijtuigen worden met een hefboomlift opgetild en dan worden eerst de oude onderstellen weg gereden en de nieuwe eronder gereden. Als alles op zijn plaats lijkt laat men de wagon weer zakken en kan men met het vastschroeven beginnen. Het is een hele klus, die men in verband met de lengte van de trein niet snel zal klaren. Misschien kan ik toch wel door de werkzaamheden heen slapen want door alle wijntjes ben ik wat slaperig geworden.

Ik ben in slaap gevallen en na een goede nachtrust en een nachtelijke tussenstop om zeven uur weer wakker geworden. We zijn in China. Het woestijnlandschap heeft plaats gemaakt voor begroeide heuvels. Wij rijden een stad binnen met hoge wolkenkrabbers waar je alles bij elkaar opgeteld vermoedelijk wel 3.000.000 Chinezen kunt huisvesten.Tussen de nieuwbouw door ontwaar je de oude huizen waar het verval van afstraalt. De stad is Datung. De luchtvervuiling hangt over het landschap. Hier stappen de anderen uit. We hebben op het perron afscheid van elkaar genomen en we zien elkaars foto's met belangstelling tegemoet. Het was wel even een probleem mijn rijtuig terug te vinden. In verband met mijn angst dat hij zou gaan rijden stapte ik zo maar een rijtuig binnen met de gedachte binnen verder te zoeken. Ik dacht mijn coupé gevonden te hebben maar er zaten opeens twee mensen in. "Are you new?" Vroeg ik met schrik om het hart. "No, we're sitting here allready the whole time". "Oh, sorry I thought it was my car." Verder zoeken dan maar. Hij was overigens exact hetzelfde ingericht als mijn rijtuig en uiteraard had de coupé hetzelfde nummer.  Ik ben niet helemaal achterlijk. Uiteindelijk vond ik opgelucht mijn eigen verblijf.

Je kunt duidelijk zien dat de stad Datung steeds verder aan het uitbreiden is. Waar je tijdens Maozedong de trek vanuit de stad, weliswaar met dwang naar het platteland zag, gebeurt volgens mij nu het omgekeerde men verkast van het platteland naar de steden.  Daar gebeurt het. Eigenlijk hetzelfde als in Mongolië gebeurt en overal elders ter wereld.

Wij zijn nog anderhalf uur van Beiijng verwijderd. De bergen zijn hoger en ruiger. Wij rijden daar nu dwars doorheen. Een paar seconden uitzicht en dan weer een lange tunnel in. Spoorwegen kruisen elkaar ook, of er is een spoorlijn honderd meter naast die van ons. Als je even naar buiten kunt kijken dan zie je woeste bergen en hoge rotsen.

Een heel verschil met een paar uur geleden. Toen zag je heuvels op de achtergrond en op de voorgrond mensen die met ossen het land bewerkten. Hoe modern China ook geworden is en bijna de eerste economische macht ter wereld, veel land wordt nog met de hand bewerkt. Dat zul je bij ons niet meer tegen komen, een landarbeider die hurkend met een schoffeltje in zijn hand het onkruid wegsteekt. Of iemand aan de ploeg achter een os. Ik heb er urenlang naar kunnen kijken en mij afgevraagd waarom men hier geen moderne landbouwmachines gebruikt. Voorlopig is dit nog een compleet raadsel voor mij. In aanmerking nemend de toegenomen Chinese welvaart. Maar het is wel een romantisch gezicht de Chinezen met hun bekende punthoeden op zo bezig te zien.

Dan kom je uiteindelijk op een van de vele stations in Peking aan. Op het perron zie je Chineesjes lopen met bordjes in de hand. Ik heb mijn bordje er nog niet bij gezien maar ik moet nog uitstappen. Eenmaal op het perron staand loop ik tussen de stroom reizigers maar wat heen en weer. Ik zie wel een man met een stuk papier langs rennen maar met al mijn bagage kan ik hem niet achtervolgen. Inmiddels hebben de meeste reizigers hun tourguides gevonden en die op eigen houtje zijn zag ik naar beneden de trappen afdalen. Och het komt allemaal wel goed oma. Dan opeens weer die man met het papier in zijn hand. Ik kijk goed: Irene Klaske Adriana Faber Paspoort 1234567. Ja dat ben ik. De man is aan het telefoneren maar ik ga naar hem toe. Hij begint ook te lachen en beëindigt zijn gesprek. Op het papier stond ook keurig het nummer van mijn rijtuig, nr 6 en het nummer van mijn coupé vermeld, nr 15. Maar wat hadden die vreselijke oelewappers, dropchinezen en mongolen nu aan de grens gedaan? Stiekem de nummers van de wagons veranderd. Daarom had ik 's morgens ook niet mijn rijtuig kunnen terug vinden. Het was mij namelijk al opgevallen bij het uitstappen dat er op de deur nummer 10 stond. Ik had echter niet verwacht dat alles zo perfect geregeld is dat mijn Chinees braaf bij nummer 6 stond te wachten. Die wagon was trouwens opeens helemaal vooraan bij een trein met een lengte van naar schatting 500 meter.

Nog even een weetje dat tegelijkertijd mijn aanhef nog meer rechtvaardigt. In het Tereljpark had ik in de  gertent geen verwarming, verlichting noch water. En één nacht een sneeuwstorm. Hier in Beiijng is het 30 graden en zit ik in een  vijfsterren hotel in een kingsize suite achter mijn eigen notenhouten bureau mijn blog te schrijven. Ik slaap in een hemelbed. Kijk, dat is nu klasse!


  






Dagje sightseeing Ulan Batar

Tegen half twaalf door vriendelijk meisje opgehaald voor sightseeing tour in UB. Er was een eveneens aardige chauffeur dus alles was in orde voor een fijne dag. We begonnen met een bezoek aan het regeringsgebouw. Dit is gelegen  aan een immens plein waaraan ook het operatheater ligt. Je treft een groot beeld van Chinggis Khaan midden op het plein en in het centrum van het regeringsgebouw een giga beeld van de beroemde patriot Sukhbaatar die voor de vrijheid van Mongolië heeft gestreden. Van de 17e eeuw tot de vroeg 20ste eeuw viel Mongolië onder de Chinese Manchu heerschappij. In het begin van de 20ste eeuw begon Mongolië te vechten voor zijn onafhankelijkheid. Dit resulteerde in 1911 in een van het Manchu regime onafhankelijke staat. De daarop volgende theocratische monarchie met aan het hoofd Bogd Khan duurde tot 1924. Bogd Khan was de laatste gereïncarneerde spirituele leider van Mongolië. Met de revolutie van 1921 werd Mongolië een land gebaseerd op socialistische ideologie. 

Nadat ik het plein en het beeld voor mijn nageslacht fotografisch had vastgelegd stapten wij het nationaal geschiedenis museum binnen. Ik houd van geschiedenis en er viel hier veel te zien. In de 13e eeuw was Mongolie dankzij Chinggis Khaan een invloedrijker en groter land dan China. Wanneer je naar de ontwikkeling van de landsgrenzen kijkt was Mongolië vroeger  bijna twee keer zo groot. Ook de expositie van traditionele kostuums was interessant. Er stond hierna een typisch Mongoolse lunch op het programma. Ik heb lekker gegeten maar wat er typisch Mongools aan was heb ik niet kunnen ontdekken. Na de lunch deden wij nog het Boeddhistische Gandan klooster aan. Het is een heel complex met in de hoofdtempel een 26m hoog gouden standbeeld van Avalokiteshvara. Het tempelcomplex is een favoriete plek voor duiven. Sinds de democratische revolutie van 1990 bloeit het Bhoeddisme weer op en heeft de overheid geld uitgetrokken voor renovatie van diverse tempels in het hele land.

De tocht ging verder met een bezoek aan het Zaisan gedenkteken, dat zich hoog boven de stad bevindt. Dit memorial is opgedragen aan de slachtoffers van de tweede wereldoorlog met speciale dank aan Rusland. Volgens mijn gids zijn Rusland en Mongolië dikke maatjes. Rusland helpt Mongolië met ontwikkeling van onder andere de infrastructuur. Toen Maozedong in 1949 naar Stalin ging voor vredesoverleg was één van de eisen die Stalin stelde dat China Mongolië moest erkennen. Hetgeen geschiedde. Ik heb de klim naar boven weer gered en kon daarna mooie foto's nemen van Ulan Bataar en zijn omgeving.









Wednesday, May 29, 2013

Ulan Batar

Eergisteren verzocht ik Bert mij een dag eerder dan gepland terug te brengen naar Ulan Batar. Ik vond het gezellig met de anderen, ik had werkelijk genoten van het paardrijden, maar het was me allemaal in de kou te primitief. Mijn hele leven ben ik kampeerster geweest. En sinds 1997 veel vakanties op de fiets met tentje achterop. Bovendien had ik in Terlelj een mooie grote tent tot mijn beschikking, dus daarover absoluut geen klachten. Als het warm weer was geweest was ik daar zeker gebleven. Kortom vanwege de immense kou vroeg ik of ik tegelijkertijd met Michael en Charlotte weer naar Ulan Bataar gebracht kon worden. Geen probleem uiteraard.

Gisteren eerst de spanning of Bert door de hoge sneeuw wel zou kunnen rijden. We zouden het om een uur of elf zien. Hij kreeg weer een nieuwe gast die hij 's  morgens om kwart over zes van het station moest halen. Omdat hij 's nachts altijd in zijn appartement in de stad verblijft, moest hij de rit naar het park door de sneeuw nog ervaren. Het was hem gelukt want om half twaalf kwam hij aan met de nieuwe gast. Een vrouw die er dertien maanden voor heeft uitgetrokken om de wereld rond te reizen. Kijk, dat is nu het betere werk. Wij stonden met z'n drieën al reisklaar en hij kwam met de auto langs om de bagage in te laden, dus geen gestrompel door de sneeuw.  

Ik was zeer benieuwd hoe hij het zou klaar spelen door hoge sneeuw een begaanbare weg door de bush bush te vinden. Zigzaggend tussen de bomen door, heuvel op en heuvel af bereikten we weer de brede rivier, die er veel woester uitzag dan twee dagen daarvoor. Hier komen we nooit over was mijn eerste gedachte. Bert reed wat heen en weer, soms wegslippend in de sneeuw, maar  besloot toch te water te gaan. De oever aan de overkant was nog heel ver weg. Maar hij ging helemaal niet naar de overkant. Hij volgde een tijdje de bedding van de rivier alvorens de oever weer op te klauteren. Nadat dit allemaal gelukt was kon ik weer normaal ademhalen. Maar we waren er nog bij lange na niet. Diverse keren moest Bert uitstappen om bomen en boomtakken weg te duwen die door de zware sneeuw waren omgevallen. Er was anders helemaal geen mogelijkheid om door te rijden. Na een zeer spannende reis arriveerden we uiteindelijk in UB. Michael en Charlotte werden bij hun reisagent afgezet en ik ging met Bert naar mijn  reisorganisatie, Juulchin. Ik kreeg van hen het advies niet een dag eerder in het Chinggis Khaan hotel te boeken maar naar het splinternieuwe hotel Platimum te gaan. Ik vond alles best en het was inderdaad een heel mooi hotel waar ik een schitterende kamer kreeg. Het personeel dat hoofdzakelijk uit jonge vrouwen bestond was bijzonder vriendelijk en behulpzaam. Het ontbrak mij letterlijk aan niets. 's Nachts in bed had ik gemengde gevoelens. Ik lag in een heerlijk zacht dubbel bed terwijl ik eigenlijk nog een nacht in een tent had moeten doorbrengen. Was dit niet als een verwend nest weglopen voor wat moeilijker  omstandigheden? Was het niet verschrikkelijk kinderachtig niet gewoon de afgesproken tijd te blijven? Maar voor mijn gevoel had ik het allemaal goed overdacht en moest tevreden zijn met mijn besluit.

In ieder geval wil ik de fantastische hulp die ik kreeg van Bert de Groot benadrukken. Indien iemand op het idee komt om ook naar Mongolië te gaan en dan in een gertent te verblijven dan wil ik deze man en zijn organisatie van harte aanbevelen.  

Inmiddels ben ik van hotel verkast en zit nu in afwachting van mijn begeleide tour door UB te schrijven. Ik moet een groot compliment uitdelen aan de plaatselijke reisorganisatie Juulchin die voor een taxi heeft gezorgd voor de hoteltransfer en het zakelijk gedeelte met het hotel in orde heeft gemaakt. Een meisje van deze organisatie kwam ook nog langs om mij van de plaatselijke tourmogelijkheden op de hoogte te brengen. Onthoud deze namen: Bert de Groot en Juulchin! Maar de basis organisator is natuurlijk de treinreiswinkel die het tot op de dag van vandaag allemaal prima heeft geregeld. 

Kijk niet naar mijn gezeur zo nu en dan, dat ben ik ook al allemaal vergeten, maar kijk hoe fantastisch mijn reis is.

Als uitsmijter foto's van mijn kamer in het Platimum hotel waar ik sliep in plaats van in mijn gertent.




Tuesday, May 28, 2013

Mongolië Terelj natuurpark

Aankomst Ulan Bataar keurig netjes om 6.30 uur. Door onoplettendheid mijnerzijds even zoeken naar Bert de Groot mijn gastheer in zijn tentenkamp. Samen met Michael en Charlotte door chauffeur in Toyota Prado naar tentenkamp gebracht. In de stad hadden wij nog iets van wegen waar de automobilisten over zigzagden om diepe kuilen te vermijden. Toen wij de stad achter ons hadden gelaten had men ook nooit meer van wegen gehoord. Toch waren deze zandweggetjes nog niets vergeleken met wat we na een half uurtje meemaakten nadat we het natuurpark waren in gereden. Nadat we eerst met de auto wat  beekjes hadden overgestoken, kwam het betere werk. Een snel stromende rivier. De chauffeur moest toch  nog even zoeken naar een doorwaadbare plaats. Hij probeerde een paar plekken maar deze waren eerder ondoorwaadbaar dan dat wij er zonder al teveel risico door heen konden. Uiteindelijk achtte hij een plek goed genoeg om de auto te water te laten. Hij dook het water in om na 20 meter een vrij steile helling weer op te kruipen. Maar een Toyota Prado is voor geen kleintje vervaard. Voort ging de tocht weer. Over hoge keien en diepe kuilen. De beekjes die we nu nog tegen  kwamen ervoeren wij als uit de hand gelopen regendruppels na een hevige stortbui van bijbelse omvang. 

Wij waren al diverse gertentenkampen tegen gekomen. Ik vroeg of dit allemaal Landalparken waren maar dit was toch wel erg kort door de bocht. Hier woonden gewoon de Mongolen en wanneer het rijke Mongolen waren dan konden zij inderdaad een tweede gertent voor paying guests kopen.Iedere  Mongool krijgt op zijn 21ste 700 meter grond. Wil hij meer grond dan dient hij dit bij te kopen. Wil hij ergens anders grond dan kan hij proberen te ruilen. 

Onderwijl ploegden wij voort. Ik begon het nog leuk te vinden ook. Het werd intussen ook een sightseeing tocht. Dat bleek toen wij ergens stopten en we de auto uit moesten. Nieuwsgierig keek ik rond. Er was in geen velden of wegen een gertent te bekennen. Wij waren bij een heel beroemde rots gedropt. De turtle rock oftewel de schildpad rots. Hij leek ook wel op een schildpad. Na het nemen van de  verplichte foto's ging de tocht weer verder. 

Uiteindelijk  bereikten wij een tentenkamp dat ons kamp bleek te zijn. Het was niet alleen een soort van camping maar men hield er ook veel koeien op na. Er waren al veel kalfjes wat altijd vertederend werkt. 
De vrouw van Bert runde samen met een andere vrouw het boerenbedrijf. Er waren twee Mongoolse mannen ingehuurd voor het hakken van hout en het slaan van palen voor een nieuwe omheining. Maar verder deden ze weinig tot niets. Komt dat vaker voor? In ieder geval werkten de vrouwen zich een slag in de rondte.  

De vrouw van Bert, een geboren en getogen Mongoolse stelde zich aan ons voor. Er was een jonge Nederlandse vrouw die al acht maanden op reis was en de laatste drie weken tegen kost en inwoning op zeer verdienstelijke wijze in het bedrijf mee hielp. Zij bracht ons naar onze tenten. Een vrij royale tent, zeker voor één persoon met een houtkacheltje in het midden. E r was geen elektra, noch stromend water. Als je water wilde, bijvoorbeeld om je te wassen dan moest je vijfhonderd meter verderop naar de rivier. Daar werd ook het water gehaald om te koken en voor de thee en koffie. In de pas aangelegde toilet stonden vier jerrycans van 25 liter. Daar kon je jouw plasje of anderszins mee weg spoelen. Dit leek bijna een Nederlandse natuurcamping. 's Middags had ik het kacheltje aangestoken met het aanwezige hout. Na het avondeten dat in de familietent werd geserveerd was het kacheltje uit en omdat ik toch van plan was te gaan slapen en ik bovendien geen brandstof meer had ging ik  vanwege de kou met al mijn  kleren aan naar bed. Dat was niet echt genoeg. Nadat ik er 's nachts noodgedwongen toch even uit was geweest, mij een weg banend tussen de koeien en paarden die zich om mijn tent hadden verzameld kwam ik door en door verkleumd terug. Het was gelukkig volle maan dus ik kon de koeienvlaaien en paardendrollen aardig ontwijken. In de tent terug gekeerd besloot ik over mijn bodywarmer mijn vest ook maar aan  te trekken om daarna onder diverse dikke dekens te kruipen. Het had die nacht behoorlijk gevroren.

Inmiddels waren er na ons nog twee Nederlanders gearriveerd, Glenn en Patricia die al viereneenhalve maand op pad waren en Maleisië, Indonesië en Japan onder andere hadden bezocht. Voor Michael, Charlotte en mij stond het paardrijden op het programma maar de andere twee wilden heel graag mee.     
De vorige avond was al doorgegeven dat er twee extra paarden nodig waren en keurig netjes om even voor elven kwam een hele groep ruiters aangereden, sommige met heel kleine kinderen voorop. Men stapte af en gaf de paarden aan ons over. Ik was toch wat angstig, maar ik had eventueel een goede smoes tot mijn beschikking. Ik had al laarzen aangepast die ik volstrekt niet aankon. Dat er wel passende laarzen ter plekke aanwezig zouden zijn leek mij een geringe kans. Maar natuurlijk viel ik in de prijzen. De paardeneigenaar had na telefonisch verzoek nog een paar afgetrapte laarzen maat 44 meegenomen waar zelfs ik in paste. Dus geen excuses meer oma. Ik moest wel geholpen worden op het paard te klimmen. Ik ben in de loop der jaren behoorlijk stijf geworden. Toen ik eenmaal recht van rug en met een blik van kom maar op te paard zat ging het derwaarts. De paden op, de lanen in. Alleen gingen deze paden weer door beekjes en dezelfde snelstromende rivier. Onverschrokken lieten wij keer op keer onze paarden te water, die er ogenschijnlijk niet echt veel moeite mee hadden. Over grijsbruin steppegras ging het richting bergen. Hier en daar bloeiden orchidee-achtige bloemen. Het was eigenlijk fantastisch. Volstrekte stilte behalve af en toe het gesnuif van de paarden. Geleidelijk kwamen wij steeds hoger totdat er een moment kwam dat wij moesten afstijgen. De paarden werden aan bomen vastgebonden en konden wat grazen. Wij gingen een steile berg op aan het einde waarvan er een schitterend uitzicht over de vallei ons wachtte. Ja! Ons! Ook ik kwam boven. Weliswaar tien minuten na de anderen maar dat waren jonge twintigers met één dertig plusser. Ik had vanwege mijn nervositeit mijn camera vergeten dus ik moet nu maar afwachten of mijn metgezellen hun beloften nakomen en mij hun foto's zullen e-mailen. Daarna gingen wij weer richting huiswaarts, met helaas  een regenbui, die gelukkig niet al te lang duurde. Maar het werd wel heel koud.  Thuis stond de lunch klaar en na die met gretigheid te hebben verorberd vond ik het tijd om even na te denken. Na een half uurtje, klop, klop op mijn deur. Binnen! Patricia kwam dik ingepakt met een capuchon op haar hoofd naar binnen met de opgewonden mededeling kom nu eens kijken! Ik stapte mijn bed uit om buiten de sneeuwvlokken te zien vallen. Sneeuw eind mei. Schijnt in Mongolië niet heel erg ongebruikelijk te zijn. Het is alleen erg lastig wanneer je alleen sandalen bij je hebt. Maar de vrouw van Bert had gelukkig nog een paar met bont gevoerde laarzen die mij pasten. 

's Morgens was er nog een Nederlands stel gearriveerd. Hans en Loes eveneens echte globetrotters en bovendien reuze aardig. Wij hebben in hun tent de avondmaaltijd genuttigd met een flesje wijn dat ik via onze gastheer had laten aanrukken. Het was en werd hoe langer hoe gezelliger totdat het dan toch kinderbedtijd werd en wij onze eigen tenten opzochten. Er lag inmiddels een flink pak sneeuw en ik was reuze dankbaar voor de mij ter beschikking gestelde laarzen. Er was anders geen doorkomen aan geweest. In de tent was het inmiddels ook al ruimschoots onder nul dus ik besloot nu maar meteen mijn vest aan te houden en mijn capuchon op te zetten. Het gaf natuurlijk geen warmte maar net zoals de vorige nacht liet ik ook nu twee kaarsjes branden voor als ik er 's nachts uit moest wat natuurlijk het geval was. Er was inmiddels een echte sneeuwstorm ontstaan en de wind gierde langs mijn tent. Als hij het maar houdt lag ik bibberend te bedenken. Mongoolse gers (tenten) zijn toch sterker dan de gemiddelde Nederlandse partytent. 's Nachts door de snijdende sneeuwstorm naar het toilet was geen feest. Naast mijn tent plassen leek mij evenmin een optie, want erger nog dan door de sneeuw banjeren richting pot. Maar koud is koud en of mijn billen nog kouder konden worden betwijfel ik achteraf. De koeien en paarden hadden elders beschutting gezocht dus daar hoefde ik niet bang voor te zijn.

De volgende morgen was het werkelijk het mooiste uitzicht dat je je kon bedenken. Een sneeuwwitte wereld en ook de boomtakken droegen dikke lagen sneeuw. Een sprookje en heel anders dan gisteren.
  










Irkutsk naar Ulan Bataar

Het was in Irkutsk allemaal perfect geregeld. Toen ik vanmorgen om half vier naar de receptie van het hotel ging zag ik buiten al iemand waarvan ik vermoedde dat hij mijn chauffeur wel eens kon zijn. Dit vermoeden werd bevestigd op het moment dat hij naar binnen kwam en ik hem vroeg of hij degene was die mij naar het station zou brengen. Hij stelde voor meteen te vertrekken en onderweg nog ergens koffie te drinken. Een prima voorstel. We gingen naar het Marriot hotel dat een 24 uurs service heeft voor drankjes en lichte snacks. We hadden een geanimeerd gesprek onder het genot van heerlijke koffie. Ondanks de onderbreking kwamen we nog veel te vroeg op het station aan. Wachten dus totdat bekend werd aan welk perron de trein zou arriveren. Het was niet druk. Mijn chauffeur en zijn baas die een jong Zwitsers stel had begeleid bleven met ons wachten. Fantastisch, want toen het perron eenmaal bekend was moesten we eerst een steile trap naar beneden en daarna een andere trap weer naar boven. Ik had van het hotel een lunchpakket meegekregen en zelf ook inkopen gedaan waaronder een liter water. Er viel dus heel wat te sjouwen, dat mij grotendeels door de chauffeur uit handen werd genomen. Hij bracht mijn bagage naar mijn coupé waarna wij afscheid van elkaar  namen onder luide dankzeggingen mijnerzijds. 

Rondkijken in mijn coupe deed mij naar adem happen. Een van de adviezen die mij in een schriftelijke omschrijving van ervaringen met de transsib was gegeven betrof het meenemen van schoonmaakmiddel, een sponsje en een doekje. Ik begreep nu waarom. In zo'n vieze, stinkende trein had ik  nog nooit gezeten. En schoonmaakmiddel etc. had ik natuurlijk niet meegenomen. Ik ga niet met dergelijke attributen 80 dagen op reis, wanneer ik het allemaal zelf moet dragen. Trouwens geen haar op mijn hoofd had gedacht hier een schoonmaakactie te ondernemen. Het raam was of met tape vastgeplakt om het in de sponningen te houden, of men had het gebruikt om tocht tegen te gaan. Ik kan mij voorstellen dat in wintertijd het in een tochtige coupé niet valt uit te houden. Maar met welk doel het tape was aangebracht doet er verder  niet toe, er zaten in ieder geval dikke lagen viezigheid op. Gelukkig kreeg ik van de Chinese bemanning wel schone lakens. Ik hoef dus niet direct onder de dekens waarin ik ook weinig vertrouwen heb. Och, het is maar voor 26 uur, dus vermoedelijk overleef ik het wel. De wc stinkt als het oordeel. Dat was in geen van de vorige treinen het geval. Als je doortrekt valt ook alles rechtstreeks naar buiten op de grond. Nu was dat vroeger met de Nederlandse en waarschijnlijk met alle treinen het geval, maar milieuwetgeving probeert dat in Europa toch in ieder geval uit te bannen. Zover zijn ze hier blijkbaar nog niet. 

Dat doet mij overigens denken aan de reis door China die ik in 1990 met Jaap maakte. 33 Dagen door dit land. Na in Hongkong met het vliegtuig te zijn aangekomen vertrokken wij de volgende dag met de trein naar Kanton. Na een verblijf van twee dagen zouden we met de trein verder reizen naar Shanghai. Deze reis zou 32 uur duren. Korte tijd nadat de trein was vertrokken werden er plastic zakken voor het afval uitgedeeld. Prima! Zorgvuldig stopten wij ieder snippertje en afgekloven appel in deze plastic zak. Vlak voordat wij in Shanghai zouden aankomen werden de zakken weer opgehaald. Vol trots over zoveel netheid leverden wij ze in. Korte tijd later zagen wij tientallen vuilniszakken langs onze ramen vliegen. Wat was het geval? Het treinpersoneel gooide alles weer naar buiten. Een gemakkelijk oplossing om van het afval af te komen. Ik zal maar niet uitweiden over hoe het er langs de spoorlijn uit zag. Enfin, dit alles spookte door mijn hoofd toen ik in de trein rondkeek. 

Mijn humeur verbeterde aanzienlijk toen we na bijna twee uur het Baikalmeer weer te zien kregen. Hier was de natuur opeens weer een stuk achter vergeleken bij Irkutsk. Alle bomen waren nog kaal. Na nog een uurtje was het meer opeens gedeeltelijk bevroren en lag er sneeuw op het ijs. Met de stralende zon erboven een sprookjesachtig gezicht. Na foto's en films gemaakt te hebben trok ik mij terug in mijn coupé om vast met het verslag te beginnen. 

 In deze wagon zit een groepje Nederlanders dat een drieweekse tocht met de transsib naar Beiijng maakt. Met het vliegtuig naar Moskou en uit Beiijng met het vliegtuig weer terug naar Nederland. Ook zij bleven een paar nachten in Listvyanka en zullen ook in Ulan Bataar een paar dagen in een tent blijven. Opvallend is dat het slechts twee mannen zijn en vijf vrouwen. Zijn vrouwen reislustiger? Het betreft mensen van naar schatting mijn leeftijd. Uit ervaring kan ik zeggen dat mannen soms deze leeftijd niet halen. Dus misschien is dat de reden van het feit dat er meer vrouwen zijn dan mannen. Het is wel leuk weer even Nederlands te kunnen spreken. Het jonge stel uit Zwitserland kwam meteen toen de trein eenmaal reed bij mij langs met een typisch Zwitserse versnapering. Een vriendelijk gebaar!

Toen kwam Ulan Ude. De trein zou hier 35 minuten stoppen, dus tijd om even uit te stappen. Het was intussen warm weer geworden. Opeens zei een van de Nederlandse mannen tegen mij: "je krijgt bezoek". Ik snelde de trein weer in en trof twee qua uiterlijk op Chinezen lijkende manspersonen in mijn coupé. Zij hadden  reeds grote plastic tassen en zakken neergezet. Dit is mijn coupé gilde ik in paniek. Nee, de bedden 5 en 6 zijn van jou en de  bedden 7 en 8 van ons. Mijn hart maakte overuren. Ik kan in mijn eentje mijn kont nauwelijks keren in deze coupe en dan nog twee mannen erbij. Hoe kan dit gebeuren? Een heel eenvoudig antwoord: het is een vierpersoons coupe en ik heb slechts recht op twee van de vier bedden. 

och, och, och.

Ik weet wel dat we in 1990 met z'n zessen in een coupé zaten en dat men had besloten dat ik in het bed drie hoog moest, maar toen was ik nog jong en onervaren maar vooral stoer. Ik wilde niet onderdoen voor de andere reizigers die meer de leeftijd van Jaap hadden dan van mij. Nu ben ik op een leeftijd dat ik niet stoer meer hoef te zijn en dat ik ook niet roep: "ha leuk, nieuwe contacten". Ik betaal maandelijks een forse extra ziektekostenpremie om in een ziekenhuis met maximaal één andere zieke op een kamer te liggen. Indien dit niet mogelijk is krijg ik smartengeld. Dit is mij ook keurig netjes twee keer door de ziektekostenverzekeringsmaatschappij uitgekeerd. De overige drie keer had ik voor elkaar dat ik of alleen lag of met één ander. Dus is de oorzaak van mijn gevoel van onbehagen te  begrijpen. Och, zeggen nuchtere mensen, wie verre reizen doet kan veel verhalen. Je maakt nog eens wat mee en na 80 dagen ben je dit allemaal weer vergeten. Ja, daarom schrijf ik het juist op! Ik heb zo mijn eigen ideeën over privacy en die stroken niet met het doorbrengen van de nacht met mij twee onbekende Chinezen. 
 
Zoals in iedere trein heeft elke wagon zijn kokend water voorziening. Dit hete water kun je gebruiken om een kopje koffie, soep of thee te maken. Het is echter in deze trein heel duidelijk zichtbaar, dat het water door middel van kolen wordt heet gehouden. Af en toe loopt één van onze twee wagonopzichters ergens naar toe en komt dan met een bak kolen terug. Die gooit hij dan onder de heetwaterinstallatie. Het is een erg primitieve methode, die bijna 19e eeuws is. Doch, het materieel ziet er ook 19e eeuws uit en sinds die tijd is er ook nooit meer schoon gemaakt. Gebruik maken van het toilet behoeft enige geestelijke voorbereiding en in je neusgaten watten in kamfer gedrenkt.  Dan was het Nederlandse idee van plaszakken misschien toch zo gek nog niet. Maar waar gebruik je de plaszak dan? Toch niet in je eigen coupé met mannelijke aanwezigheid.  

Het landschap begint steppe-achtige trekken te vertonen met bergen op de achtergrond. Soms wordt het kale bruine gras afgewisseld door hetzelfde gras met kale bomen en struiken. Het is het soort landschap waarin ik mij inderdaad kan voorstellen dat Dzjengis Khan op een ongezadeld paard komt langs galopperen. Met wapperende baard en een woeste blik in zijn ogen. Op naar nieuwe veroveringen.











Friday, May 24, 2013

Laatste dag Siberië.

Vanmorgen keurig netjes opgehaald van mijn hotel in Listvyanka en naar Irkutsk gebracht. Ik zal hier tot  kwart voor vier vannacht blijven. Dan word ik weer opgehaald en naar het station gebracht. Om 4.50 uur vertrekt dan de trein naar Ulan Bator. Om 6.30 uur de volgende dag arriveren wij in UB. Dat is dus een treinreis van 26 uur. Bij aankomst word ik opgehaald om naar de tent gebracht te worden waar ik drie dagen zal blijven.

Ik heb begrepen dat het weer in Nederland Siberisch is. In Siberië is het subtropisch. Toen ik vier dagen geleden met de trein arriveerde waren de bomen nog heel pril en schreef ik over de lente. In Listvyanka heb ik van de drie dagen er twee meegemaakt met stralend weer. Ik denk dat dit voor Irkutsk ook heeft gegolden. Bovendien is het in deze stad altijd warmer omdat hij niet aan het Baikalmeer ligt. De natuur heeft van het mooie weer net zo genoten als ik want alles is nu volop uitgelopen. Je kunt nu van de zomer spreken.

Irkutsk is een grote stad. Er zijn drie universiteiten en 100.000 studenten. Het lijkt ook wel of je hier alleen maar jonge mensen ziet. Ik heb lopend heel summier de stad verkend en uiteindelijk tijdenlang bij de rivier de mensen zitten bestuderen. Er is daar een groot plein met ernaast een park. Voor kinderen kun je net zoals ik in Odessa zag elektrische trapautootjes huren waarmee zij dan rond kunnen crossen. Lijkt mij ook wel wat voor Ype en Tijn als ze wat groter zijn.

Ik verwacht niet dat er in mijn tentje  in Mongolië wifi zal zijn. Het blijft dus drie dagen rustig van het front. Oftewel Im Osten nichts Neues. Misschien is er in Ulan Bator waar ik 1 nacht blijf wel wifi.  Dan zou ik mij weer kunnen melden. Als ik tenminste niet door de beren ben opgegeten.




Wednesday, May 22, 2013

Wandeling langs meer

Ik had mij verslapen vanmorgen. Dat kwam vermoedelijk omdat ik nog tot vijf uur bezig was geweest. Hoewel ik er geen waarneembare last van heb denk ik toch dat dit met het tijdsverschil te maken heeft. Bovendien gaat men hier officieel van Moskoutijd uit en die tijd verschilt vijf uur met lokale tijd. Ergens ga je dat toch wel merken.

Maar zo te zien was het een schitterende dag. Gauw opgestaan, naar beneden gerend voor het ontbijt, terug naar boven gedraafd, douche genomen en op pad. Er stond een stralende zon en het was windstil. Het meer was op zijn mooist. Schitterend turkoois en met de besneeuwde bergen op de achtergrond en de hemelsblauwe lucht erboven was het een feest om te zien. Ik ben naar Listvyanka gelopen en genoot met volle teugen. Het zag er allemaal heel anders uit dan gisteren toen er golven op het meer stonden met schuimkoppen. Je kon toen ook niet de besneeuwde bergen zien. Jammer van de tocht maar ik heb toch het een en ander gezien en mij werd veel uitgelegd.

De meeste huizen zijn hier van hout. Daar werd van oudsher mee gebouwd. Nu de mensen ook in Rusland welvarender worden kunnen ze zich wat meer permitteren. Het Baikalmeer is een bij de Russen zeer geliefd vakantieoord. De welgestelden bouwen hier hun vakantiewoning. De halfrijken bouwen de begane grond van baksteen en de eerste verdieping van hout. De rijken bouwen hun hele huis van baksteen. De originele bewoners hebben meestal geen waterleiding in hun huis. De armen moeten hun water uit de plaatselijke put halen, de halfarmen slaan in hun eigen tuin een waterput. Ze verbouwen allemaal hun eigen groenten. Dat zijn sterke groenten als diverse koolsoorten, peen en dergelijke. De groenten hebben maar drie maanden de tijd om van zaadje volwassen te worden. Er wordt diverse soorten vis uit het meer gehaald. Voor eigen gebruik, maar ook voor handel. Men hangt de vis half open gesneden te drogen aan lange lijnen zodat hij lang meegaat. Tegenover mijn hotel staan kramen waar vrouwen de vis verkopen. De vis hangt met de bek naar boven aan touwen. Zo zie je dat elders in de wereld ook. Er worden hier bij het Baikalmeer veel mineralen gevonden. De onbewerkte zag ik in het museum, bewerkt verkocht men ze op een klein marktje in Listvyanka. Er waren mooie voorwerpen bij, maar ik heb niets gekocht, hoe mooi sommige voorwerpen ook waren. Ik moet echter nog een paar straatjes verder met de trein en hoewel ik vind dat ik alles slim heb ingepakt en ik het op een handige manier meesjouw zit er toch een einde aan de mogelijkheid van mij als pakezel.

Als brandstof gebruikt men hier hout. Je ziet dat ook in grote stapels rondom de huizen liggen. Het lijkt of men het hout zo uit zijn achtertuintje kan halen, maar er is hier terecht een kapverbod. Men wil niet dat bomen rondom het Baikalmeer worden gekapt om erosie tegen te gaan. Het hout dat men hier gebruikt voor woningbouw en energie zal dus elders uit Siberië vandaan komen.

Een enkele boot vaart over het meer. De grote toeristenboten varen nog niet. Daarvoor is het te vroeg in het seizoen. Maar vandaag had ik heel graag een boottochtje willen maken. Een idealere dag kun je je niet voorstellen.
Wat lokale beelden als indruk van de omgeving van het grootste zoetwatermeer ter wereld. Ook de beer die ik onderweg tegen kwam. Dit is berenland. Pas maar op!










Zo maar wat gedachten

,In 1999 gingen wij, zoals al eerder gemeld, met z'n vijfen op de fiets naar zuid Frankrijk. Tentje mee en stevig doortrappen. Op zekere dag besloten we elkaar dagelijks 's morgens een filosofische vraagstelling mee te geven om deze de hele dag al fietsend te overdenken. 's Avonds onder het genot van een glaasje wijn zouden wij elkaar onze visie met toelichting geven. Het mooiste resultaat zou zijn wanneer wij via een Socratisch gesprek tot unanimiteit zouden komen. Dat lukte natuurlijk niet altijd. Waarschijnlijk waren we daarvoor ook te verschillend. Desondanks heb ik van deze gesprekken genoten. Misschien vond ik het daarom tijdenlang de mooiste vakantie ooit. In zijn soort is het nog steeds de mooiste vakantie.

In die periode volgde ik een cursus filosofie waaraan ik drie jaar heb meegedaan, maar die helaas tot een einde kwam omdat de docent ermee ophield en er niet zo snel een vervanger gevonden kon worden. In die jaren was ik vooral op zoek naar mijzelf en ik hoopte middels filosofie meer over mijzelf en mijn drijfveren te weten te komen. Dat is gedeeltelijk gelukt. Ik begon vrede met mijzelf te sluiten en leerde met mijzelf te leven. En dat gaf een vrij en onafhankelijk gevoel, dat ik als zeer waardevol kan omschrijven.

Een van de vragen die tijdens de lessen werd gesteld betrof de vrije wil. Bestaat de vrije wil? Toen het mijn beurt was om de vraag te beantwoorden zei ik uit volle overtuiging dat er volgens mij sprake was van vrije wil. Er ontstond een discussie want er waren uiteraard ook mensen die een andere mening waren toegedaan. Maar ik was niet van plan toe te geven. Als ik zou erkennen dat vrije wil niet bestond dan had ik de afgelopen jaren voor mijn gevoel voor niets aan mijn levensbeeld gewerkt. Toch knaagde er wel wat. Ben je altijd vrij in je keuzes?

Waarschijnlijk is iets van deze twijfel en misschien ook iets van de onzekerheid die aan ieder mens kleeft, hoe goed hij het ook voor zichzelf in orde denkt te hebben, door gesijpeld in mijn reisverslag. Onlangs kreeg ik wederom de vraag voorgelegd of vrije wil bestaat. De vragenstelster zelf gaf aan dat zij in ieder geval in vrije keuzes gelooft. Aan mij nu om een afgewogen visie te geven. Ik heb via de mail al enige handreikingen gehad, mede naar aanleiding van wat ik zelf over deze filosofische vraag had gemaild.

Ik ben nu inmiddels een stuk wiser and sadder dan 15 jaar geleden. Ik heb zoals veel mensen van mijn leeftijd een periode van minder aangename levenservaringen achter de rug. Ik heb wel gesuggereerd dat dit de reden was voor mijn reis om de wereld. Om te zien hoe het elders in de wereld eraan toe gaat en daarmee mijn voordeel te doen in de betekenis dat de onrust uit mijn leven zal verdwijnen.

Heeft deze onrust als oorzaak, dat ik met de ervaring van nu niet meer zo stellig durf te beweren dat er sprake is van vrije wil? Ik citeer hierbij Schopenhauer:

" A priori denkt iedereen van zichzelf dat hij volledig vrij is, zelfs in zijn eigen handelingen en denkt hij dat hij ieder moment een ander leven kan beginnen. Maar a posteriori, door ervaring ontdekt hij tot zijn verbazing dat hij niet vrij is, maar ondergeschikt aan de noodzakelijkheid dat hij ondanks al zijn beslissingen en overwegingen zijn handelwijze niet verandert en dat hij vanaf het begin tot het einde van zijn leven juist die karaktereigenschappen tentoon moet spreiden die hijzelf veroordeelt."

Met het eerste gedeelte ben ik het eens. Dit is eigenlijk altijd mijn levensopvatting geweest. Het tweede gedeelte is wat mij betreft te pessimistisch, omdat hier duidelijk het bestaan van de vrije wil wordt ontkend. Je kunt door het nemen van bepaalde beslissingen, gebaseerd op doordachte overwegingen anders handelen waarbij je karaktereigenschappen tentoon kunt spreiden waar je naartoe hebt gewerkt in plaats van die karaktereigenschappen die je eigenlijk veroordeelt. Een voorbeeld hiervan is wat mij betreft de karaktereigenschap van onder andere bankiers, zoveel mogelijk geld te verdienen en geen afstand te willen doen van a posteriori onverdiende bonussen. Jelle Brandt Corstius heeft op zijn website een oproep gedaan aan Sjoerd van Keulen, ceo vastgoed bij de SNS bank zijn bonus van € 1.070.386 wegens de desastreuze aankoop van property finance terug te geven. De Nederlandse staat moest met de door het Nederlandse volk opgebrachte belastinggelden als financiële redder in de nood voor de zoveelste keer een bank weer bijspringen. Misschien gebruik ik dit als een verkeerd voorbeeld van vrije wil. Want als meneer zijn bonus al zou terug geven dan kan je dit toch nauwelijks meer vanwege de actie van Jelle Brandt Corstius uit vrije wil noemen. Maar indien hijzelf net zo als een paar andere veelverdieners hiertoe uit eigener beweging had besloten was er dan sprake geweest van vrije wil? Hij had dan zelf een karaktereigenschap tentoon gespreid waarnaar hij als eertijds Maagdenhuis bezetter vermoedelijk had gestreefd en waarbij hij zijn huidige gedrag had verfoeit. Maar dan nog. Was er dan sprake geweest van vrije wil? Was hij dan niet gedreven door wat ik regels van moraal en fatsoen noem. Of is juist zijn huidige handelwijze een uiting van vrije wil? Ondanks dat hij andere keuzes heeft, doet hij lekker toch wat hij zelf wil zonder zich van het algemeen maatschappelijk ongenoegen iets aan te trekken. De menselijke wil wordt gestuurd door motieven, maar is zelf inert.

Als de vrije wil niet bestaat, hoe staat het dan met keuzes. Waarop zijn die dan gebaseerd. Of bestaan er ook geen vrije keuzes. De leer van het determinisme stelt dat alle gebeurtenissen onder invloed van natuurwetten zijn gebaseerd op voorafgaande gebeurtenissen en dit impliceert dat er geen sprake is van een vrije wil. Kun je ook keuzes baseren op natuurwetten? Dit gaat mij wat ver. Er zullen toch vaak meerdere mogelijkheden zijn dan slechts een die dan nog op een natuurwet gebaseerd zou zijn. Doorredenerend er zou dan sprake kunnen zijn van vrije keuzes. Vanuit het determinisme kun je zeggen dat als je uitgaat van het causale verband er geen vrije wil kan zijn en derhalve ook niet van vrije keuzes.

Toch voel ik mij vreselijk ongemakkelijk bij de algemene ontkenning van de vrije wil. Er zullen toch omstandigheden zijn waarbij er sprake kan zijn van een vrije wil. Al had ik alles nog niet helemaal op een rij, het was toch uit vrije wil dat ik deze reis begon. Of dient er gesteld te worden dat er een aantoonbaar causaal verband bestaat tussen de wereldreis en mijn leven van de afgelopen vier jaar? Dat ik niet anders kon? Maar dan geef ik de vragenstelster gelijk, ik had wel een vrije keuze hoe de wereld rond te reizen. Alleen per luchtballon was niet meer mogelijk geweest. Ik had het zelfs op de fiets kunnen proberen. Maar dan had men nog jarenlang blauwe enveloppen voor mij moeten openen.

Het is een heel moeilijk onderwerp. Ik blijf het gevoel houden, dat wanneer men vrije wil ontkent men tegelijkertijd verantwoordelijkheid voor daden ontkent. Als er geen vrije wil is kan er ook geen verantwoordelijkheid zijn. 

Doorredenerend vanuit het determinisme met als uitgangspunt het causale verband:
"Ik ben niet verantwoordelijk voor de moorden want ik heb geen vrije wil. Deze moorden zijn voortgekomen uit eerdere gebeurtenissen." Er is een causaal verband tussen daad en de daaraan voorafgaande geschiedenis. Zo kun je dus de verantwoordelijkheid voor iedere daad ontkennen en het strafrecht afschaffen want je was immers niet verantwoordelijk voor je daden. In ieder beschaafd land wordt gekeken of je toerekeningsvatbaar was tijdens je daad. Pas dan kun je ervoor gestraft worden. Dit betekent naar mijn mening dat het strafrecht uitgaat van een vrije wil. Ook het civiele recht gaat in principe hiervan uit. Als eerstejaars leer je al "Pacta sunt servanda". Niet alleen aan vastgelegde contracten dien je je te houden, ook aan afspraken. Er zijn omstandigheden op grond waarvan de rechter de overeenkomst kan ontbinden, onder andere wegens een wilsgebrek, maar daarmee wordt rechtens niet het bestaan van vrije wil ontkent.

Tegenwoordig is de wetenschap zo ver voortgeschreden dat het voor sommige wetenschappers al bewezen is dat de vrije wil niet bestaat. De belangrijkste adepten van de ontkenning van de vrije wil zijn de laatste tijd Dick Schwaab en Victor Lamme. Er wordt verwezen naar experimenten met proefpersonen en hersenscans. Proefpersonen konden willekeurig een knop, links of rechts indrukken. Op de scan was enige milliseconden voordat de proefpersoon een knop indrukte al te zien welke het zou worden. In 60% van de gevallen gaf de scan het juiste antwoord. Aangezien dit meer is dan de statistische 50% die optreedt wanneer je ernaar zou raden voerde men dit als bewijs aan dat de vrije wil niet bestaat. Je hersenen bepalen al wat je doet voordat je het zelf in de gaten hebt. Dit is niet de enige proef die men heeft gedaan om het ontbreken van de vrije wil aan te tonen. Omdat dit een technisch experiment betreft ben ik naar andere technishe experimenten gaan kijken. Mijn eerste gedachte betrof het experiment met de deeltjesversneller bij CERN. In 2011 juichte men na uitvoering van het experiment dat dit een groot succes was geweest, alle kosten meer dan waard. Men had de relativiteitstheorie van Einstein onderuit gehaald. Er bestaat snelheid sneller dan het licht. Men had uiteraard het eigen experiment grondig onderzocht alvorens met dit succes naar buiten te treden, maar geen fouten aangetroffen. Toen bleek medio februari 2012 een andere groep wetenschappers een fout te hebben ontdekt in de aansluiting van een GPS systeem en werd het hele resultaat van dit onderzoek onderuit gehaald. Sindsdien heb ik er niets mee over vernomen.

Wat voor invloed heeft dit op mijn mening op het bestaan van vrije wil? Ik heb een lange aanloop genomen naar mijn conclusie en er een aantal zaken bijgehaald om mijn mening te kunnen staven. Het kan geen definitieve mening zijn, omdat ik dan veel meer tijd nodig gehad zou hebben om de mening te vormen. Het is bovendien een filosofisch vraagstuk waarop vele filosofen hun hersenen gebroken hebben. De filosofen die in het bestaan van God geloofden, zoals onder andere Spinoza hadden het wat eenvoudiger. Hun theologische opvattingen maakten het hen gemakkelijk het bestaan van de vrije wil te ontkennen. Het is immers God die alles heeft bepaald. Cynisme: het was God die mijn kinderen heeft vermoord.

De keuze van een standpunt over de vrije wil is er een tussen ethiek en wetenschap. Ethisch stel ik dat er sprake moet zijn van vrije wil. Ik voel mij hierin gesteund door het straf- en het civiele recht. Een andere overweging is dat als er geen sprake zou zijn van vrije wil men iedere verantwoordelijkheid voor zijn daden kan ontkennen. Ik erken hiermee dat het wat mij betreft de wenselijkheid is die uitgaat van een vrije wil en de hieraan te koppelen keuzes.

Tegelijkertijd erken ik dat het omstandigheden zijn die mede bepalen of er sprake is van vrije wil. Wij zijn het ons niet altijd bewust, maar veel handelingen zijn gebaseerd op onder andere reclameboodschappen. Men koopt Becel omdat men is doodgegooid met de mededelingen dat Becel goed is voor hart en bloedvaten. Ook al mag Unilever niet meer claimen dat Becel het tegengaan van hart en vaatziekten bevordert, men blijft het toch kopen. Zo zijn er tienduizenden handelingen die wij onbewust doen. Een belangrijke belemmering voor de vrije wil kunnen fatsoensnormen zijn. Maar dan nog bestaan er keuzes zoals ik met Sjoerd van Keulen al heb aangetoond en met hem talloze anderen die de keuze hadden zich al dan niet te verrijken. Toch als je in het kader van materiële zelfverrijking kijkt naar onze wetgever, kabinet en parlement, dan zou je bijna weer gaan denken aan het ontbreken van vrije wil. Sinds 2008 verkeert ons land in de ergste financiële crisis sinds de tweede wereldoorlog. Sinds dat jaar zijn er stemmen opgegaan, ook bij politici om via wetgeving ten onrechte uitgekeerde bonussen terug te kunnen vorderen. (Vendrik onder andere van Groen Links). En hoewel velen het hiermee eens waren is er sindsdien, vijf jaar na dato nog steeds niets gebeurd. En het lijkt er ook niet op dat dit ook maar enige prioriteit heeft bij onze wetgevende macht. Voelt men zich machteloos omdat men ook hoopt op dik betaalde vette baantjes na de politieke carrière? Als voorbeeld van politici met goed betaalde baantjes kan dan Wim Kok dienen, die met zijn uitingen over exhibitionistische zelfverrijking, naar mijn mening een verkeerd woordgebruik, omdat ik veeleer exorbitant in deze zou gebruiken, desondanks na zijn politieke carrière toch koos voor talloze (te) goed betaalde commissariaten. Met 20 dagen werken grabbelde hij zo een half miljoen per jaar binnen. Verder ook Wouter Bos, Gerrit Zalm, Camiel Eurlings. De lijst is bij lange niet volledig, maar ik laat het hierbij omdat ik het eigenlijke onderwerp weer voorbij dreig te gaan en het nauwelijks iets kan bijdragen aan mijn mening over vrije wil.

Dus enerzijds de ethiek die uitgaat van de vrije wil, of nog verder gaand de noodzaak van het bestaan van vrije wil en anderzijds de wetenschap die momenteel onder andere via de door mij genoemde  wetenschappers probeert aan te tonen dat de vrije wil niet betaat. Wij zijn ons brein roept Dick Schwaab en Victor Lamme haalt experimenten aan met hersenscans. Ik heb het boek van Schwaab niet gelezen maar ik heb wel een voordracht met lichtbeelden gezien van Victor Lamme. Deze laatste deed mij niet overtuigen dat de wetenschap gelijk heeft met de stelling dat de vrije wil niet bestaat. Ik heb proberen aan te tonen met mijn voorbeeld van CERN, dat wetenschappelijke experimenten hoe goed voorbereid en gecheckt ook, niet altijd betrouwbaar zijn.

Mijn conclusie: de vrije wil bestaat, maar onder omstandigheden kan die wegvallen en worden onze handelingen veroorzaakt door impulsen uit het brein. Deze impulsen kunnen worden verklaard door hersenaandoeningen en hersenstoornissen, maar ook door invloeden van buiten. Als er wordt gedreigd met "een gezinsdrama dat alle media zal halen" dan heb je als moeder geen vrije wil meer. Ik laat in het midden of er bij de dreiger sprake was van een vrije wil. In loop van tijd is er toch sprake van keuzes, lijkt mij.

Aan de vragenstelster: 

ik heb hier dagenlang over nagedacht en het werd hoe langer hoe moeilijker voor mij. Vooral omdat ik er steeds meer bij ging halen. Waar filosofen hun hele leven nodig hadden om hun mening te rechtvaardigen heb ik mijzelf slechts enkele dagen gegeven. Bovendien wilde ik nuanceren. Dat laatste is niet echt gelukt. Er moest naar aanleiding van jouw vraag een conclusie uit komen. Ik heb geprobeerd daar naar toe te werken. Ik sta overigens open voor alle opvattingen in deze. Ook graag van hen die beroepsmatig beter op de hoogte zijn van de vrije wil dan ik. Ondanks mijn scholing door onder  meer de hooggeleerde professor Pitlo, die tijdens zijn colleges altijd riep het is niet zwart of wit, maar er bestaan vele tinten grijs, niet te verwarren met 50 shades of grey,  heb ik toch meer een boekhoudersmentaliteit waarbij het of debet of credit is.



  









Tuesday, May 21, 2013

Baikal meer in de regen

Het tochtje langs het Baikalmeer betrof het bezichtigen van een aantal bezienswaardigheden in om Listvyanka, de plaats aan het meer waar ik drie dagen verblijf. Listvyanka is een plaatsje dat nog maar tweehonderd jaar oud is. Het is gesticht door Russen die handel dreven met de plaatselijke bevolking die handelde in pelswaren.

In 1891 begon men met de aanleg van de transsiberie express die in 1905 zijn laatste punt in Irkutsk bereikte. Van daaruit ging men met schepen het Baikalmeer over om verder oostwaarts te trekken. Intussen ging de aanleg van de spoorlijn verder. In 1914 kon voor de eerste keer de trein helemaal tot Vladivostok doorrijden. Helaas duurde dit niet lang want in 1917 kwam er door de oktoberrevolutie een eind aan de treindienst. De Sovjetregering nam zonder financiële compensatie het rollend materieel van de Compagnie Internationale des Wagons Lits over. Deze maatschappij was sinds 1885 in onderhandeling geweest over de aanleg van een spoorlijn die naar het verre oosten zou gaan. Pas in 1931 kon men weer met deze trein reizen.

Het Baikalmeer is het grootste zoetwatermeer op aarde. Het is 636km lang en 40 tot 80km breed. Het heeft een oppervlakte van 31.500km2. De diepte is 1.642m. Er zijn overblijfselen van dieren gevonden die 30 tot 35 miljoen jaar geleden hier leefden toen het Baikalmeer nog niet bestond. Dit meer is ontstaan toen het continent van India opbotste tegen Azië. Het Himalaya gebergte is door deze verschuiving ontstaan en daardoor ontstond dit meer. Het Baikalmeer is met zijn 25.000.000 jaar het oudste meer op aarde. Vanwege de uniciteit van plant-en diersoorten staat het sinds 1996 op de Unescolijst. Om het meer zijn bossen met beren, lynxen, sabelmarters en wolven. In het meer zwemmen 80 tot 100.000 zoetwaterrobben. Deze zeehondachtigen vind je alleen in het Baikalmeer en twee vrouwtjes zwemmen rond in het aquarium van het scientific museum dat ik met een bezoek heb vereerd en waar ik al deze kennis heb geleerd van mijn begeleider die zijn enthousiasme op mij heeft over gebracht. 80% van de diersoorten die je hier aantreft vind je nergens anders op de wereld. Het meer wordt gevoed uit 300 rivieren en ruim 200 beken. Zij voeren het helderste water ter wereld aan en je kunt het water op veel plekken zo drinken. Veel bronwater in flessen komt hier vandaan. Er is echter 1 rivier die zand en slib aanvoert, de Selenga, die uit Mongolië komt. Het meer zal echter nooit dichtslibben want het bevindt zich op een aardscheur waarlangs Azië met een snelheid van 2 cm per jaar uiteen splijt. Waar de Selenga het meer instroomt heb je een grote delta met rivierduinen met een uitgebreide flora en fauna. Dichter naar het meer toe wordt het weer vlakker en hier heb je halfwilde paarden, die dienen voor de consumptie. Het zijn Russische en Mongoolse cowboys die de paarden beheren. In het water zwemt een zalmachtige vis rond die niet roze maar wit is en die je op veel menukaarten tegen komt. Ik heb hem nog niet gegeten, maar wie weet. Hij schijnt net zo lekker als zalm te zijn. Er is slechts 1 rivier die uit het meer stroomt. Dat is de Angara die via de Jenisej uitstroomt in de noordelijke ijszee. Verder heb je aan de westelijke oever een eiland waar de heilige sjamanensteen zich bevindt.

Het Baikalmeer is ecologisch zeer stabiel. Nadat 5.000.000 jaar geleden het klimaat in Siberië veranderde van subtropisch naar koud stierven tal van planten en dieren die deze verandering niet aankonden. Door deze klimaatverandering werd het meer tot aan de bodem zeer zuurstofrijk. De planten en dieren die deze verandering aankonden, konden daardoor rustig evolueren waardoor er een grote variatie in diverse soorten is ontstaan. Dit in tegenstelling tot snel veranderende milieus waar relatief minder soorten voorkomen. In het Baikalmeer is al vijf miljoen jaar sprake van dezelfde omstandigheden. De opwarming van de aarde zal hieraan waarschijnlijk weinig veranderen. Als het oppervlakte water ietsje warmer wordt door de zon zal dit op het gehele meer van weinig invloed zijn.

Wij bezochten ook een orthodox kerkje waar een kerkdienst aan de gang was. Net zo als in de moskee's in Turkije moest ik hier ook een sjaaltje om. Het was een klein kerkje zonder zitplaatsen. De kerkgangers die voor de doop van een aantal kinderen bijeen waren moesten staan. De muren waren bijna in het geheel met schitterende iconen bedekt. Ook stonden er overal grote vazen met bloemen. Dit had nog te maken met Pasen. De congregatie moest lang wachten voordat de dienst zou beginnen. Sommige mensen namen de gelegenheid te baat voor een gebed. Meestal in de richting van een heilige voor wiens icoon men dan stond. Wat ik ook al in de Oekraïne had meegemaakt zag ik hier ook weer. Mensen die na afloop van hun gebed het icoon kusten. De heilige Nicolaas werd net zoals bij ons in het bijzonder vereerd. In de orthodoxe kerk is het aan de priesters toegestaan om te trouwen. Men verwacht zelfs dat zij trouwen en een gezin stichten. De kans op kindermisbruik wordt zo waarschijnlijk wat kleiner dan in de katholieke kerk constateerde ik opgewekt toen mijn begeleider mij dit vertelde. Het mogen trouwen geldt echter alleen de lagere priesters. Op het bisschoppelijk niveau mogen ze niet getrouwd zijn. Ik vraag mij af waarom je dan als dorpspriester nooit hoger kunt reiken. Je bent immers getrouwd. Gek gedoe binnen de religies. De kinderen stonden keurig netjes in een rijtje te wachten totdat de priester klaar zou zijn met het afnemen van de biecht van een vrouwelijke kerkgangster, die naar later bleek als enige niet in aanmerking kwam voor de zegening en de hostie. Het kinderrijtje werd gevormd door het kleinste kind vooraan te laten staan en daarachter steeds een grotere waarbij het grootste kind, een jongen de rij sloot. Het voorste kind betrof een schattig meisje van een jaar of vier. Heel lang krullend blond haar dat door een mooi gekleurde strik bij elkaar gehouden werd. Het geduld van deze kinderen vond ik bijzonder. Eindelijk was de priester klaar met de biecht en verdween in een aansluitende kamer waarvan enige ogenblikken later dubbele deuren opengingen en hij in een prachtige lange gele jurk met vermoedelijk het portret van Jezus op zijn rug weer verscheen. Samen met andere in gele jurken gestoken mannen. Een achter de schermen verborgen koor zong. Dit klonk overigens heel mooi. De priester sprak wat geheime formules uit waarna het eerste kind een hostie kreeg plus een aai over haar bolletje en vervolgens naar een non mocht voor een beetje drinken uit een zilveren schaaltje. Hierna kreeg zij een schitterende roos, een baccarat. De volgende vijf kinderen volgden dezelfde procedure. Hierna kwam de rest van de congregatie aan de beurt. Deze kregen dezelfde behandeling echter niet de roos. Ik vond het gek genoeg ontroerend, maar ik had er ook vervelende gedachten bij die alles te maken hadden met de twee vermoorde jongetjes. Ik vond het hele leven een hypocriete gebeurtenis. Mijn begeleider die had verteld dat hij door communistische ouders was opgevoed en al tot de derde generatie communisten behoorde en bovendien een soort van Boeddhisme aanhing bad toch mee toen men tot gezamenlijk gebed overging.

Religie in Rusland ondervindt weer een enorme opleving waarbij Poetin niet het minste voorbeeld geeft. Eerst vertelde Lina mij dat men in de Oekraïne een beetje de weg kwijt is. Zeventig jaar lang was godsdienst verboden. Vanaf 1917 begon de overheid kerken te slopen en te plunderen. Men pikte het geld van de kerken in. Dat gebeurde vooral in de steden. Op het platteland had men hier minder last van. Hoewel men ook hier stiekem godsdienstbijeenkomsten moest houden. In plaats van de religie die volgens Marx immers opium voor het volk betekende kwam het geloof in het communisme. Nu men in het communisme ook niet meer gelooft en op de televisie en in de bioscopen de gewelddadige films uit Amerika kan bekijken en de zeer gewelddadige computerspelletjes kan spelen weet men het niet meer. Veel mensen keren weer terug naar het geloof, maar voor velen is dit een totaal nieuwe ervaring waarmee men ook nog niet weet om te gaan. Olexander vertelde mij spontaan het zelfde verhaal. Het heeft ook met normen en waarden te maken die eveneens in politieke keuzes ligt besloten. Vooral in de Oekraïne is sprake van een tweestrijd. Kiest men voor het westen, de EU of blijft men toch op Rusland gericht. Vanmorgen kreeg ik een soortgelijk verhaal te horen. Over de geestelijke onzekerheid van de mensen. De bevolking van Rusland was tot de revolutie extreem godsdienstig. De godsdienst speelde in de tsarentijd een grotere rol dan in andere Europese landen. Zeker in landen waar het protestantisme een belangrijke rol vervulde.

De Russen zijn niet alleen onzeker op het gebied van geestelijke stroming. Ik vroeg waarom men hoewel men in Rusland het cyrillisch alfabet hanteert desondanks toch soms reclameborden in het Latijnse alfabet in bijvoorbeeld eetgelegenheden heeft hangen. Ik vertelde dat je in west
Europa echt nergens opschriften in het cyrillisch tegen komt. De verklaring heeft met commercie te maken. Men denkt zich chiquer te kunnen voordoen wanneer men het Latijnse alfabet gebruikt. Wat ook heel normaal Russisch schijnt te zijn is de onwil van de mensen om een andere taal dan het Russisch te gebruiken, hoewel men tegenwoordig toch vaak op scholen Engels onderwezen krijgt. Ik vertelde dat ik vier dagen met een Russische dame in een treincoupe had doorgebracht die zogenaamd geen Engels sprak. Ja, een enkele keer een woord. Totdat ik op mijn Ipad een spelletje deed waarnaar zij met belangstelling keek. Ik kwam er even niet uit toen zij in perfect Engels vroeg "may I help you". Ik was perplex. Niet dat zij mij wilde helpen met een puzzel maar door het feit dat ze toch Engels kon spreken. Daarna hield het overigens weer op. Mij werd uitgelegd dat dit komt door de angst van de Russen flaters te begaan. Men is heel bang fouten te maken en daarom weigert men een anderen taal te spreken. Bij de jeugd wordt dit steeds minder maar 40 plussers zijn opgevoed met de boodschap: waarom zou je een andere taal leren, je komt toch nooit Rusland uit.

Vanwege de regen hebben we eerst nog ergens geluncht en toen werd ik weer bij mijn hotel afgezet.

Ter illustratie hierbij foto's van het kerkje en van de zoetwater robben en wat vissen.