Friday, May 31, 2013

In de trein op weg naar Beiijng

I've never felt so happy in my life.

Ontberingen zijn bedoeld om de goede dingen perfect te doen lijken. Precies  op tijd kwam mijn chauffeur het hotel binnen. Ik had inmiddels mijn lunchpakketje in ontvangst genomen. Zoals al eerder was gebeurd bleef hij bij mij totdat de trein arriveerde en hij mijn bagage in mijn coupé kon zetten. Wij namen vriendelijk afscheid waarna ik op mijn  gemak mijn verblijf voor de komende anderhalve dag in ogenschouw kon nemen. Fantastisch! Ik zit alleen in een eerste klas coupé met een eigen badkamertje. Michael, Charlotte, Hans en Loes heb ik intussen ook gespot en Loes gaf aan in welke wagon zij zitten.  Als de trein straks rijdt zal ik eens poolshoogte gaan nemen. Van Bert de Groot heb ik ook afscheid kunnen nemen en bedanken voor de voortreffelijke service die hij heeft geboden. Verder kan ik onbeperkt lezen en mijn tabletje gebruiken want er is hier weer een stopcontact. Kortom, alles is prima in orde.

Ik heb als persoonlijke ervaring dat de Mongolen veel vriendelijker en behulpzamer zijn dan de Russen. Ze lachen je vriendelijk toe en helpen je met alles. Het hotel was voortreffelijk. Ik had over het andere hotel, Platimum niets te klagen maar het tweede hotel was toch veel internationaler georiënteerd waardoor je gemakkelijker met de mensen kon communiceren. Dat was in het eerste hotel bijna onmogelijk.  

Ulan Bataar is een stad in ontwikkeling. Maar die ontwikkeling gaat razend snel. Voor sommige mensen te snel. De stad wordt in ijltempo uitgebreid, wat meestal ten koste van de natuur gaat. Veel mensen protesteren hier tegen. Overigens zonder succes. In Nederland kan de milieubeweging  nog wel eens een bestemmingsplan 20 jaar tegen houden, maar ik kreeg niet de indruk dat dit in Mongolië ook mogelijk is. Bovendien klaagt de bevolking dat de flatgebouwen die worden gebouwd bestemd zijn voor de rijken. De gemiddelde Mongool kan zich deze flats niet permitteren. Er is een Bhoeddapark met een fantastisch gouden Bhoeddabeeld. Er vlak naast heeft men drie, in mijn ogen verschrikkelijk lelijke flatgebouwen neer gezet. De charme van dit park is daardoor helemaal verloren.

Ik hoef niet meer de trein door op zoek naar de anderen. Zij hebben mij al gevonden. Na uitgebreid te hebben gebabbeld even met z'n drieën de trein verkennen. Eerst helemaal naar achteren. Er zijn zeer grote verschillen in de rijtuigen. Twee van de Nederlanders van de reis Irkutsk Ulan Baator ook weer ontmoet. Een gesprek met een Engels echtpaar dat Hans en Loes waren tegengekomen waarna we weer terug liepen. Via een schitterende restauratiewagen naar de coupé van de anderen waar Hans en Michael nog zaten. Het voorstel met z'n allen wat te gaan drinken viel bij iedereen in goede aarde. Door de dingen die je samen hebt beleefd krijg je al snel het idee dat je elkaar al jaren kent.

Boven op een heuvel bij de gertenten had Michael Charlotte ten huwelijk gevraagd. Zij is nu helemaal gelukkig en straalt dat ook uit. Ze wilde iets extra's doen en wij besloten te gaan lunchen in de trein. Hans en Loes bleven in hun coupé zo gingen we met z'n drietjes. Het was afgeladen vol in de restauratie. Dezelfde groep Noren die ik tussen Irkutsk en Ulan Bataar ook al had gezien en zelfs gisteren in het restaurant waar ik met mijn gids heb geluncht. Je ontmoet elkaar overal. De lunch in de   trein bestond uit vier gangen inclusief een kopje thee met een stuk cake en een glas wijn. Ik kon in $ betalen en de Chinese uitbater kan binnenkort gaan rentenieren.

Inmiddels rijden we al urenlang door de Gobi woestijn. Het steppen landschap verschilde in eerste instantie niet met de woestijn, maar zelfs het hele kleine beetje bruin gras dat je op de steppen ziet verdween en het werd zand, zand en als je weer  keek nog steeds zand. De temperatuur veranderde navenant en ik verlang nu naar de sneeuwstorm terug. Niets veranderlijker dan de mens in al zijn onvolkomenheden. Toch zie je af en toe ook nog dieren. Nu hoofdzakelijk kamelen. In de verte rijdt een auto die grote zandverstuivingen veroorzaakt. Het is voor mij niet te  begrijpen dat hier mensen kunnen wonen. De aanleg van deze spoorlijn moet minstens evenveel  leed hebben veroorzaakt als de Birma spoorlijn. En misschien werkten aan deze Mongolië expres de mensen ook niet geheel vrijwillig. 

De trein had een iets langere stop en Loes en Charlotte kwamen mij halen om even naar buiten te gaan. We stopten bij een verzameling huizen die je een dorp kunt noemen. De kleur van de huizen was dezelfde als van het zand. Er liepen kinderen. De temperatuur was hoog genoeg om op een steen een eitje te bakken. Dan opeens komt de spanning. De trein gaat weer rijden. Je weet in deze trein niet of hij stopt en hoe lang hij stopt ondanks het door de reisorganisatie meegegeven schema. Iedere reiziger  is op de hoogte van het feit dat de machinist niet aangeeft wanneer hij zijn trein weer de sporen geeft en dat hij weg rijdt ook al staan er nog mensen en personeel op het perron. Op een drafje rende ik dus weer snel  terug naar mijn wagon. Gelukkig was ik op tijd, maar ik zag in mijn rijtuig mensen met een ijsje. Dat had mij nu net heel lekker geleken, maar helaas, pindakaas. 

Bij de grens duurt alles veel langer. Eerst bij de Mongoolse grens komen beambten je paspoort innemen. De verwachting is dat dit anderhalf tot twee uur gaat duren. Daarna komen de Chinezen, die er naar verluidt tussen de vijf en zes uur over zullen doen. Intussen mag je de trein niet uit en is de toilet afgesloten. Ik heb uren in de restauratie zitten kletsen en wijntjes drinken toen de big boss van het restaurant plotseling riep: "paspoortcontrole". Snel rende ik naar mijn coupé terug en was nog net op tijd om mijn pas aan een geüniformeerde vrouw af te geven. En nu maar wachten op de dingen die gaan gebeuren. Het liefste zou ik gaan slapen, maar dat lijkt mij niet verstandig.

Dat kan ook bijna niet. De trein is in een gigantische hangar gezet en wordt nu van andere onderstellen voorzien. Dat gaat met veel kabaal gepaard. Tientallen Chinese mannetjes zijn hiermee bezig. Het is jammer dat ik niet precies kan zien wat er gebeurt want je ziet alleen maar je directe omgeving. Onze trein is doormidden gehakt en de delen staan naast elkaar. Op een spoor naast ons staan onderstellen en onder sommige rijtuigen is men bezig de Mongoolse onderstellen eraf te schroeven. In mijn coupé kwam er opeens een putdeksel naar  boven. Het tapijt kwam omhoog en ik voelde wel wat raars maar kon door het kleed niet zien wat het was. De conducteur was al komen kijken en kwam even later terug met een mecanicien die met een lange ijzeren staaf een paar tikken op de omhoog gekomen constructie gaf waarna het zaakje weer inzakte. Putdeksel erop, tapijt erover en klaar is Kees. De rijtuigen worden met een hefboomlift opgetild en dan worden eerst de oude onderstellen weg gereden en de nieuwe eronder gereden. Als alles op zijn plaats lijkt laat men de wagon weer zakken en kan men met het vastschroeven beginnen. Het is een hele klus, die men in verband met de lengte van de trein niet snel zal klaren. Misschien kan ik toch wel door de werkzaamheden heen slapen want door alle wijntjes ben ik wat slaperig geworden.

Ik ben in slaap gevallen en na een goede nachtrust en een nachtelijke tussenstop om zeven uur weer wakker geworden. We zijn in China. Het woestijnlandschap heeft plaats gemaakt voor begroeide heuvels. Wij rijden een stad binnen met hoge wolkenkrabbers waar je alles bij elkaar opgeteld vermoedelijk wel 3.000.000 Chinezen kunt huisvesten.Tussen de nieuwbouw door ontwaar je de oude huizen waar het verval van afstraalt. De stad is Datung. De luchtvervuiling hangt over het landschap. Hier stappen de anderen uit. We hebben op het perron afscheid van elkaar genomen en we zien elkaars foto's met belangstelling tegemoet. Het was wel even een probleem mijn rijtuig terug te vinden. In verband met mijn angst dat hij zou gaan rijden stapte ik zo maar een rijtuig binnen met de gedachte binnen verder te zoeken. Ik dacht mijn coupé gevonden te hebben maar er zaten opeens twee mensen in. "Are you new?" Vroeg ik met schrik om het hart. "No, we're sitting here allready the whole time". "Oh, sorry I thought it was my car." Verder zoeken dan maar. Hij was overigens exact hetzelfde ingericht als mijn rijtuig en uiteraard had de coupé hetzelfde nummer.  Ik ben niet helemaal achterlijk. Uiteindelijk vond ik opgelucht mijn eigen verblijf.

Je kunt duidelijk zien dat de stad Datung steeds verder aan het uitbreiden is. Waar je tijdens Maozedong de trek vanuit de stad, weliswaar met dwang naar het platteland zag, gebeurt volgens mij nu het omgekeerde men verkast van het platteland naar de steden.  Daar gebeurt het. Eigenlijk hetzelfde als in Mongolië gebeurt en overal elders ter wereld.

Wij zijn nog anderhalf uur van Beiijng verwijderd. De bergen zijn hoger en ruiger. Wij rijden daar nu dwars doorheen. Een paar seconden uitzicht en dan weer een lange tunnel in. Spoorwegen kruisen elkaar ook, of er is een spoorlijn honderd meter naast die van ons. Als je even naar buiten kunt kijken dan zie je woeste bergen en hoge rotsen.

Een heel verschil met een paar uur geleden. Toen zag je heuvels op de achtergrond en op de voorgrond mensen die met ossen het land bewerkten. Hoe modern China ook geworden is en bijna de eerste economische macht ter wereld, veel land wordt nog met de hand bewerkt. Dat zul je bij ons niet meer tegen komen, een landarbeider die hurkend met een schoffeltje in zijn hand het onkruid wegsteekt. Of iemand aan de ploeg achter een os. Ik heb er urenlang naar kunnen kijken en mij afgevraagd waarom men hier geen moderne landbouwmachines gebruikt. Voorlopig is dit nog een compleet raadsel voor mij. In aanmerking nemend de toegenomen Chinese welvaart. Maar het is wel een romantisch gezicht de Chinezen met hun bekende punthoeden op zo bezig te zien.

Dan kom je uiteindelijk op een van de vele stations in Peking aan. Op het perron zie je Chineesjes lopen met bordjes in de hand. Ik heb mijn bordje er nog niet bij gezien maar ik moet nog uitstappen. Eenmaal op het perron staand loop ik tussen de stroom reizigers maar wat heen en weer. Ik zie wel een man met een stuk papier langs rennen maar met al mijn bagage kan ik hem niet achtervolgen. Inmiddels hebben de meeste reizigers hun tourguides gevonden en die op eigen houtje zijn zag ik naar beneden de trappen afdalen. Och het komt allemaal wel goed oma. Dan opeens weer die man met het papier in zijn hand. Ik kijk goed: Irene Klaske Adriana Faber Paspoort 1234567. Ja dat ben ik. De man is aan het telefoneren maar ik ga naar hem toe. Hij begint ook te lachen en beëindigt zijn gesprek. Op het papier stond ook keurig het nummer van mijn rijtuig, nr 6 en het nummer van mijn coupé vermeld, nr 15. Maar wat hadden die vreselijke oelewappers, dropchinezen en mongolen nu aan de grens gedaan? Stiekem de nummers van de wagons veranderd. Daarom had ik 's morgens ook niet mijn rijtuig kunnen terug vinden. Het was mij namelijk al opgevallen bij het uitstappen dat er op de deur nummer 10 stond. Ik had echter niet verwacht dat alles zo perfect geregeld is dat mijn Chinees braaf bij nummer 6 stond te wachten. Die wagon was trouwens opeens helemaal vooraan bij een trein met een lengte van naar schatting 500 meter.

Nog even een weetje dat tegelijkertijd mijn aanhef nog meer rechtvaardigt. In het Tereljpark had ik in de  gertent geen verwarming, verlichting noch water. En één nacht een sneeuwstorm. Hier in Beiijng is het 30 graden en zit ik in een  vijfsterren hotel in een kingsize suite achter mijn eigen notenhouten bureau mijn blog te schrijven. Ik slaap in een hemelbed. Kijk, dat is nu klasse!


  






No comments:

Post a Comment