Friday, June 7, 2013

Mount Faber

Het moest er toch een keer van komen. Zo vaak in Singapore geweest en nog nooit mijn eigen berg  beklommen. Ik nam een taxi naar het Faber park en voor sommigen onder ons zal dit verbijsterend nieuws zijn, ik ging met de kabelbaan naar het Sentosapark aan de overkant van de zeearm. Ik heb foto's als bewijs! De overkant was een tropisch pretpark. Er was daar ook een uitzichttoren die langs een  90mtr mast draaiend omhoog ging waarbij je bovenin het allermooiste uitzicht over Singapore had. Nu ik dus ook in een kabelbaan durf vroeg ik mij af, of ik in dit ding zou gaan. Maar ik besloot dat je het lot niet moet blijven tarten. Ik wandelde wat rond in de tropische tuin en besloot de kabelbaan naar de city te nemen. Daar aangekomen zocht ik een taxi op die ik verzocht mij op Orchard Road af te zetten. Dit lukte niet helemaal, het werd in verband met het verkeer Orchard Boulevard. Ik moest een shopping mall door om op OR te komen. Wederom de overdreven luxe en....... een Diorwinkel. Op Orchard Road aangekomen ging ik op zoek naar een wisselkantoortje waar ik mijn Maleise geld in Singapore $ zou kunnen wisselen. Wederom heel wat gelopen zonder een geldwisselkantoor te zien. Ik vermoed dat deze inmiddels zijn uitgestorven. Bij de kruising Orchard Road- Paterson Road was er maar één mogelijkheid om aan de overkant te komen en dat was onderlangs, dus via enorme shopping malls. Ik heb dit noodgedwongen twee keer gedaan, dus ben totaal vier keer in deze immense shopping malls terecht gekomen waar ik ook min of meer de weg kwijt raakte waarna ik genoeg van alles kreeg en naar een taxi standplaats liep om mij weer naar het hotel terug te laten brengen. Omdat ik letterlijk platzak ben liep de chauffeur zijn fooitje mis want het creditkaart apparaat accepteerde geen hogere bedragen dan het bedrag van de ritprijs.

Nu zit ik hier bij mijn hotel aan de rand van de rivier vers mangosap te drinken en te genieten. Acht jaar geleden  waren er aan de overkant nog lage huisjes die hun beste tijd gehad hadden. Nu staan er drie immense wolkenkrabbers met mooie gladgeschoren gazons ervoor. Alles is hier zo perfect onderhouden. Overal zie je mensen met bezems en mops bezig om de boel schoon te houden. Ook mensen die met schaartjes en schoffeltjes het onkruid weghalen. 

De eerste keer dat ik in Singapore kwam, 2001 wilde ik een pakje kauwgum kopen. Ik ging naar een winkeltje in het hotel waar ik te horen kreeg dat er in Singapore een verbod was op de verkoop van kauwgum in verband met het feit dat men de straten schoon wilden houden. Je ziet gelukkig dan ook nergens kauwende mensen.    

Naar aanleiding van dit blog is over armoede geschreven. Ik moet bekennen dat ik dit niet of nauwelijks ben tegengekomen. Ik herinner mij nog Sibiu waar ik bedelaars tegenkwam en in Boekarest maar verder niet. Nu is daar een heel eenvoudige verklaring voor. Ik verblijf in vrij luxueuze hotels die zich doorgaans in de betere wijken van een stad bevinden. Als ik alleen op pad ga doe ik zoveel mogelijk alles lopend en als ik een gids tot mijn beschikking heb, soms een collega zoals Lina, soms een professional zoals in Listvyanka en Ulan Bataar dan nemen zij mij ook niet mee naar de sloppenwijken. en zelf ga ik daar niet naar op zoek. Het verslag van Jelle Brandt Corstius over India vond ik, ondanks dat ik niet alle afleveringen heb gezien al meer dan genoeg aan ellende, armoede en menselijke wreedheid te zien geven. Ik wil mij er niet van afwenden maar het opzoeken evenmin. Ik weet dat er nog onnoemlijk veel armoede op de wereld bestaat. Armoede die bovendien leidt tot mensenhandel. Meisjes, jongens, kinderen vaak nog die in de "beschaafde" westerse wereld tot prostitutie worden gedwongen of tot privé slaaf worden gemaakt. Dat kun je de mensen in het westen kwalijk nemen. Overheden bemoeien zich met alles en nog wat, maar deze misdaden nemen steeds meer in omvang toe, all over the world. Mannen, die geilen op kinderen. Ik heb daar wel een oplossing voor! 

Maar armoede is ook een relatief begrip. Op een plek waar iedereen in krotjes woont wordt armoede waarschijnlijk minder gevoeld dan in een land zoals Amerika waar de verschillen tussen arm en rijk immens zijn waar je zomaar van middle en zelfs top class naar het niets kunt zakken. De bank pikt je huis in en je staat letterlijk op straat wanneer je het ongeluk hebt je baan kwijt te raken. Op Bali heb ik een paar keer gefietst. Een van die keren ging mijn begeleider met mij naar een soort van piep klein dorpje. Hij kende daar de mensen, die het goed vonden dat wij daar rondkeken. Men leefde in hele kleine huisjes die niet eens vier  muren hadden. Soms drie, soms twee, haaks op elkaar. Ze hadden deze huisjes met mooie batikdoeken verfraaid en het zag er allemaal heel gezellig uit. Op de velden verbouwden ze rijst die ze waarschijnlijk ook verkochten. Ik weet verder niet hoe ze in hun levensonderhoud voorzagen. Dit zullen ongetwijfeld heel arme mensen zijn geweest. En toch maakten ze geen ongelukkig indruk. Wij zouden denken een huis met maar twee muren, wat zielig, maar in een land waar het nooit kouder is dan 25 graden lijd je niet echt in de buitenlucht. Ik zit momenteel bij tropische temperaturen bij de rivier, nadat ik de hele dag buiten rond heb gelopen. Ik zweette als een otter maar mijn lijf vindt het heerlijk.

Ellende en leed maak ik ook niet mee. Ik voel mij in Azië buitengewoon gelukkig en veilig. Dat heb ik altijd gehad. Daarom kom ik ook zo graag in dit werelddeel. En meestal was ik hier alleen.

Morgen met het vliegtuig door naar Australië. Ook een lievelingsland van mij.
Perth... Here I come!!







No comments:

Post a Comment